Raar maar waar

PasenRaar maar waar

 

Het was het thema van de in oktober 2015 gehouden Kinderboekenweek.

Allerlei uitvindingen, wetenschappelijke activiteiten, het functioneren van robots op veel gebieden, Ze passeerden allemaal de revue.

Mensen hebben door de eeuwen heen steeds nieuwe dingen uitgevonden.

Inmiddels is het november en heb ik al twee keer gehoord dat het de warmste novemberdag ooit is geweest. Wat nog niet eerder gebeurd is, kan dus wel!

Een van de preken van deze maand ging o.a. over Prediker: er is niets nieuws onder de zon. En een andere zondag ging het over wonderen. Ik denk dat het één het ander niet uit hoeft te sluiten. Het gaat er ook om van welke kant je iets bekijkt.

Voor de vluchtelingen die in Alblasserdam opgevangen worden in een oud schoolgebouw is zoveel hulp voorhanden, dat er een ‘wachtlijst’ is om hulp te kunnen bieden. Is dat niet geweldig? Ook dat was niet voorzien, dus in feite:” Raar maar waar!” Bij de oogstdienst stond het liturgisch centrum weer vol met gevulde tasjes om uit te delen.

De dozen voor Dorcas die er een paar weken later stonden zijn ook niet leeg de kerk uitgegaan.

Als je dus gewoon om je heen kijkt, en probeert de handen uit de mouwen te steken dan kunnen we met elkaar aardig wat voor elkaar krijgen.

Nee, de oorlog en de honger de wereld uithelpen zal ons als individu en/of als kleine kerkgemeenschap niet lukken. Maar een beetje verschil maken voor een ander , dat ligt binnen ons bereik.

 

De redactie wil u onderstaand gedicht niet onthouden.

 

Mensen met koffers

Mensen met koffers gaan over de wereld,

van oorlog naar vrede, van honger naar brood.

Vaak zijn ze niet welkom, dan moeten ze terug

van voedsel naar honger van leven naar dood.

 

Mensen met koffers, ze reizen per vliegtuig,

Ze reizen per ezel, per trein of per vlot

Ze vluchten voor machthebbers en hun soldaten,

voor beul of tiran, of een andere God.

 

De geur van het gras, dat je grootvader maaide,

Het wuivende graan dat je vader eens zaaide.

Het kleine verdriet dat je moeder steeds suste,

Haar haar dat zo kriebelde als ze je kuste.

 

Dat alles was thuis , dat alles en meer,

Dat alles, dat alles , dat alles nooit weer.

 

Mensen met koffers gaan over de wereld.

Altijd op de vlucht naar de volgende grens,

Ze vluchten voor tovenaars, reuzen en heksen,

voor duivels en draak die vermomd gaan als mens